De merel (Turdus merula) is een van de meest bekende zangvogels in Europa. Deze vogelsoort wordt vaak gezien in tuinen, parken en bossen. Hier is uitgebreide informatie over de merel:
Kenmerken
- Uiterlijk:
- Mannetjes: Glanzend zwart verenkleed, gele of oranje snavel en een opvallende gele oogring.
- Vrouwtjes: Donkerbruin verenkleed, vaak iets lichter op de borst met een vage tekening; de snavel is bruinachtig.
- Jongen: Lijken op vrouwtjes, maar met een meer gespikkelde borst.
- Grootte: 24-27 cm lang met een vleugelspanwijdte van ongeveer 34-38 cm.
- Gewicht: 80-125 gram.
Verspreiding en habitat
- Leefgebied: Komt voor in heel Europa, Azië en Noord-Afrika. Geïntroduceerd in andere delen van de wereld zoals Australië en Nieuw-Zeeland.
- Voorkeursomgeving: Bossen, parken, tuinen en landbouwgebieden. Ze voelen zich thuis in zowel stedelijke als landelijke gebieden.
Gedrag
- Territorium: Merels zijn zeer territoriaal, vooral tijdens het broedseizoen. Mannetjes verdedigen hun gebied fel tegen indringers.
- Vlucht: Rechtlijnig en krachtig, met snelle vleugelslagen.
- Loopstijl: Springerig; ze huppen vaak op de grond terwijl ze zoeken naar voedsel.
Voedsel
Merels zijn alleseters:
- Dieet: Regenwormen, insecten, slakken, bessen en fruit.
- Ze zoeken vaak naar voedsel op de grond door met hun snavel bladeren opzij te duwen.
Zang en geluiden
- Zang: De merel staat bekend om zijn prachtige, melodieuze zang. Mannetjes zingen vaak vanaf een hoge uitkijkpost, vooral in de ochtend en avond.
- Rijk geluidenpalet: Alarmroepen (een scherp "tsjink-tsjink") en zachte tjilpende geluiden worden ook vaak gehoord.
Voortplanting
- Broedseizoen: Maart tot juli.
- Nest: Een komvormig nest van gras en modder, vaak gebouwd in struiken, bomen of soms op onverwachte plekken zoals balkons.
- Eieren: Legt 3-5 blauwgroene eieren met bruine vlekken. Het vrouwtje broedt deze in ongeveer 13-14 dagen uit.
- Jongen: De jongen blijven zo'n 14 dagen in het nest voordat ze uitvliegen.
Relatie met mensen
- Populair in tuinen: Merels zijn geliefd vanwege hun zang en aanwezigheid.
- Aanpassingsvermogen: Ze zijn goed aangepast aan het leven in de buurt van mensen en voelen zich vaak veilig in tuinen.
- Voeren: Veel mensen voeren merels met stukjes fruit, rozijnen of havermout.
Bijzondere feiten
- De merel was oorspronkelijk een schuwe bosvogel, maar heeft zich aangepast aan het leven in stedelijke gebieden.
- De mannetjes zingen om zowel een partner aan te trekken als om hun territorium te markeren.
- De merel is de nationale vogel van Zweden.
Heb je specifieke vragen over de merel of wil je iets anders weten? 😊