Houtduif

De houtduif (Columba palumbus) is een van de meest voorkomende duivensoorten in Europa. Deze vogel heeft een opvallend uiterlijk, met een grote lichaamsomvang, een grijsblauwe kleur en een kenmerkende witte vlek op de hals. De houtduif heeft ook een zwarte halsvlek en een witte streep langs de vleugels, wat hem makkelijk herkenbaar maakt. Zijn poten zijn meestal roze, en hij heeft een grote, relatief platte kop.
Houtduiven zijn omnivoren en eten een breed scala aan voedsel, waaronder zaden, bessen, granen en zelfs jonge scheuten van planten. Ze voeden zich vaak met voedsel dat in tuinen, akkers en bossen te vinden is, en kunnen vaak in grote groepen worden aangetroffen. In de winter eten ze vaak van beukennootjes en andere zaden die ze in bossen vinden.
Deze duiven staan bekend om hun typische 'oehoe'-roep, dat een resonant geluid is dat door het bos of de open velden kan galmen. Het geluid is vrij diep en kan ver dragen, wat hen helpt om contact te houden met andere duiven in hun omgeving.
Houtduiven zijn monogaam en vormen vaak paartjes die het hele jaar door samen blijven. Ze bouwen hun nesten hoog in bomen, waar het vrouwtje meestal twee eieren legt. Beide ouders wisselen elkaar af bij het uitbroeden van de eieren en zorgen voor de jongen.
Wat betreft hun gedrag zijn houtduiven over het algemeen vrij rustig en kunnen ze vaak in tuinen of parken worden gezien, maar ze kunnen ook migreren naar andere gebieden afhankelijk van het seizoen. In de zomer zijn ze vaak te vinden in het binnenland, terwijl ze in de winter naar de kustgebieden trekken.
Hoewel ze vaak als een veelvoorkomende soort worden gezien, hebben houtduiven zich uitstekend aangepast aan stedelijke omgevingen en komen ze ook in grote steden voor.