Heckrund

De Heckrund is een specifieke rundersoort die oorspronkelijk in Duitsland is ontwikkeld, met als doel een rasechte, wilde uitstraling te creëren, gebaseerd op de Europese wilde oeros (Bos primigenius). Dit werd gedaan door selectieve fokkerij in de vroege 20e eeuw. De Heckrund is vernoemd naar de broers Heck, die verantwoordelijk waren voor de fokkerij van dit ras.
In tegenstelling tot andere huisrunderen, heeft de Heckrund een meer primitieve uitstraling, met een robuust lichaam, grote hoorns (afhankelijk van het geslacht) en een sterke bouw. Ze hebben een donkerbruine vacht met een lichte buik en witte benen. De oren zijn vaak vrij groot en de hoorns van de mannelijke dieren kunnen behoorlijk indrukwekkend zijn.
De bedoeling van de fokkerij was om een dier te creëren dat de wilde oeros zo dicht mogelijk benaderde, met de eigenschappen die nodig waren voor een robuuste, goed aangepaste grazer in verschillende soorten omgevingen. Het is geen strikt wilde soort, maar meer een hergeïntroduceerde, semiwilde variant die vaak in natuurreservaten of op boerderijen wordt gehouden. Ze worden vaak ingezet voor natuurbeheer, bijvoorbeeld door begrazing van graslanden en heidevelden.
Heckrunderen zijn doorgaans goed aangepast aan verschillende klimaten en overleven goed in relatief ruige omgevingen. Ze zijn bekend om hun uithoudingsvermogen en hebben een relatief eenvoudig dieet, bestaande uit gras en andere natuurlijke vegetatie.
Hoewel ze oorspronkelijk bedoeld waren als een soort 'herintroductie' van de oeros, verschillen Heckrunderen op genetisch niveau van de echte wilde oeros, die in de 17e eeuw uitgestorven was. Toch blijven Heckrunderen een fascinerend voorbeeld van menselijke interventie in de fokkerij om een dier dat eens zo'n belangrijke rol speelde in het Europese ecosysteem, opnieuw te introduceren in het landschap.