Groene Specht

Uiterlijk

De groene specht is vrij groot voor een specht, ongeveer zo groot als een kauw. Hij heeft:

• een felgroene rug en vleugels

• een gele stuit die goed zichtbaar is in vlucht

• een rode kruin

• een zwart masker rond de ogen

• een lange, stevige snavel

Mannetjes hebben een rode vlek in de zwarte wangstreep, vrouwtjes niet. Jonge vogels zijn grijzer en gespikkeld, wat hen een wat rommelig uiterlijk geeft.

Geluid

De groene specht is beroemd om zijn lachende roep, vaak omschreven als een luid, golvend "kják-kják-kják-kják", dat klinkt als een spottende lach. Dit geluid hoor je vooral in het voorjaar, wanneer hij zijn territorium afbakent. In tegenstelling tot andere spechten roffelt hij zelden op bomen.

Leefgebied

Hij houdt van open landschappen met bomen, zoals:

• weilanden met houtwallen

• parken en tuinen

• boomgaarden

• bosranden

Een combinatie van grasland (om voedsel te zoeken) en oude bomen (om te nestelen) is ideaal.

Voedsel

De groene specht is een echte miereneter. Het grootste deel van zijn dieet bestaat uit:

• mieren

• miereneieren en -larven

Met zijn lange, kleverige tong peutert hij mieren uit nesten in de grond. In de winter eet hij soms ook bessen en ander plantaardig materiaal, maar mieren blijven zijn favoriet.

Gedrag

• Zoekt voedsel meestal op de grond, wat ongebruikelijk is voor spechten

• Is vaak alleen of in paren te zien

• Vliegt golvend van boom naar boom

• Is alert en schuw, maar in rustige gebieden goed te observeren

Voortplanting

In het voorjaar hakt het paar samen een nestholte in een zachte of rottende boom.

• Het legsel bestaat meestal uit 5–7 witte eieren

• Beide ouders broeden en voeren de jongen

• Na ongeveer drie weken vliegen de jongen uit

Bijzonderheden

• De groene specht wordt ook wel de "lachende specht" genoemd

• Hij profiteert van extensief beheerd grasland met veel mieren

• Zijn aanwezigheid wijst vaak op een gezonde bodem